Voor slachtoffers blijft het belangrijk dat zij zich kunnen voegen in een strafzaak: ze kunnen gebruik maken van hun spreekrecht, al was dat in dit geval te emotioneel. Ook kunnen ze aanspraak maken op vergoeding van door hen geleden schade.
Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen materiële schade immateriële schade. Bij materiële schade moet je denken aan schadeposten als inkomstenderving en -zoals in dit geval- het eigen risico van de zorgverzekering. Ook andere materiële schadeposten kun je vorderen.
De immateriële kan bestaan uit een vergoeding voor het geleden fysieke letsel, maar ook uit psychische schade. Dit moet, zeker gelet op de recente jurisprudentie van de hoge raad, wel goed onderbouwd worden.
Daarnaast is het sinds 1 januari 2019 voor nabestaanden mogelijk om affectie schade te vorderen. Deze wetgeving is zodanig van aard, dat het voor verdachten zeer lastig is om dergelijke schade te betwisten.